Bredasche Fijne Groene (v.a. 1916)
Synoniemen: Putjeskool, Bredase Put, Bredase Putjes
Putje in de putjeskool
Bredasche Fijne Groene is binnen de savooiekolen een putjeskool. Doordat de bladeren van deze koolgroep niet helemaal over elkaar sluiten ontstaat er een putje aan de bovenkant van de kool. Het ras Bredasche Fijne Groene werd geteeld in Nederland en België, en - zoals de naam suggereert - rondom de Brabantse stad Breda. Deze savooiekool was geschikt voor de verwerkende industrie, maar de prachtige bladeren werden ook in grote hoeveelheden als groen blad voor de verse consumptie geteeld.
Raseigenschappen
Het ras was een selectie van Sluis en Groot (Nederlandse zaadproducent) en zou al in 1916 in omloop zijn geweest. De Bredasche Fijne Groene kool stond op de Rassenlijst voor Groentegewassen vanaf 1943. Volgens de beschrijving in de rassenlijst was deze kool breed inzetbaar, en geschikt voor de vroege teelt, weeuwenteelt (winterteelt) en nateelt. Deze savooiekool produceert een vrij groot, platrond en een niet gesloten krop. De kleur van de kool is lichtgroen, met matig gebobbelde structuur op een korte stronk.
Teeltspecificaties
| Kooltype | Putjeskool |
| Teelt | Volle grond |
| Zaaitijd | Maart, april |
| Plantafstand | 60-70 cm |
| Oogsttijd | Oktober, november |