Kleine Groene Scherpe (1874 - 1925)
Synoniemen: Scherpe Kleine Groene, Vert Petit de Paris, Kleine Scherpe Hollandsche, Scherpe Veensche
Uit de Venen
De augurk Kleine Groene Scherpe is een historisch ras, dat al in 1874 bekend was. Al van vroeger uit werd het met name door particulieren geteeld; niet grootschalig. De namen van dit ras geven wat weg van het uiterlijk en voornaamste plek van cultivering. Het synoniem ‘Scherpe Veensche’ verraad dat de augurk voornamelijk in de Venen geteeld werd, rondom Utrecht.
Stekelig
Het woord ‘scherpe’ in zijn namen verwijst naar de wrattige, stekelige en groene vruchten in onrijp stadium. De stekeltjes die augurken vroeger wat meer hadden konden tijdens het vervoer gemakkelijk kneuzen, waardoor er zwarte wondjes konden ontstaan. Dit was natuurlijk geen aantrekkelijk beeld voor op de markt of in de winkel. Daarom werd er met veredeling geprobeerd om augurken met een gladdere huid te krijgen. Hierdoor ontstonden betere rassen, wat betekende dat vanaf omstreeks 1925, de Kleine Groene Scherpe voorgoed zijn plaats in de Rassenlijsten heeft moeten afstaan aan de Venlo’er Export en de hieruit ontstane selecties.
Bittertje
Oude rassen die van vóór 1960 stammen, zoals de Kleine Groene Scherpe, hebben een stuk bitterdere smaak dan zoals we ze nu kennen, wat ook in de vrucht van dit erfgoedras kan worden geproefd. De bittere smaak in augurken (maar ook veel andere gewassen zoals bij kolen) is er door de jaren heen uit veredeld.
Teeltspecificaties
Teelt | Bak of volle grond |
Type | Augurk met haren en stekels |
Zaaitijd | April |
Groei | Plant aanbinden of kruipen. Vruchtgroei: kruisbestuiving. Bestuiving kan met de hand of door insecten worden gedaan. |
Oogst | Vroeg (jonge vruchten) |